De familie van mijn oma had vroeger een talles in huis, een Joods gebedskleed. Maar de familie is niet Joods.
Hiervan wilde ik daarom, uiteraard, van de hoed en de rand weten.
Het verhaal dat ik altijd van oma heb gehoord, is dat de Joodse buren mijn overgrootouders een gebedskleed en een herenmantel in bewaring hadden gegeven voordat ze werden gedeporteerd of gingen onderduiken.
Die buren zijn nooit meer teruggekomen.
Dus, geïnspireerd door de podcasts die ik aan het luisteren was, Weggegumd en Het verraad van de Jordaan, begon ik me af te vragen wat er met deze buren was gebeurd. Aldus sloeg ik aan het speuren.
De buren die waarschijnlijk geen buren waren
Ik vond de buren vrijwel meteen via Joods Monument en de website van Kamp Westerbork, waar ik ook informatie uit de cartotheken van het Rode Kruis en de Joodse Raad vond. Maar hun namen zeiden mijn oma, nu 95, helemaal niets. Oma bleef volhouden dat de buren ‘Müller’ heetten. Nu was ze in 1943 nog maar 13, en met 95 mag je nog wel eens iets vergeten of door elkaar halen.
Dus vooruit, ook maar op zoek naar ‘Müller’ dan, gelukkig zijn er daar maar honderden van… Met de Müllers gaan we zo verder.
Ik kwam er namelijk ook achter dat mijn tijdlijn niet helemaal klopte. De familie van mijn oma is in 1943 naar de Geldersche Kade 63 verhuisd, alwaar mijn grootvader een drankenhandel begon in het souterrain. Hier verkocht hij tien flessen jenever aan de Duitsers, waarvan hij er één liet testen door voornoemde Duitsers. Eenmaal goedgekeurd vulde hij de andere negen flessen met water… Hij haalde, naar het schijnt, wel meer gevaarlijke fratsen uit, maar dat is een verhaal voor een andere keer.
De andere tijdlijn
Waar het hier nu om gaat, is dat de overgrootparentes het huis in 1943 betrokken, toen de Joodse buren al gedeporteerd waren. Dit suggereert dat de achtergelaten spullen niet direct aan mijn familie in bewaring werden gegeven, maar waarschijnlijk waren achtergelaten in de haastige chaos van de deportatie, over het hoofd gezien door degenen die de huizen van Joodse families moesten leegroven.
Zoals bij de meeste gezinnen die tijdens de oorlog uit hun huizen werden verdreven, werd de woning aan de Geldersche Kade snel herbestemd en werden bezittingen achtergelaten, gestolen of vernietigd. Het gebedskleed en de jas waren de enige herinnering aan de oorspronkelijke bewoners die op nr. 63 was achtergebleven.
Een beetje ongemakkelijk was deze ontdekking wel, moet ik toegeven. Dit was toch geen kwestie van een band waarin de Joodse buren mijn familie hun waardevolle spullen toevertrouwde, zoals ik had gedacht, al is het wel waar dat mijn grootouders de spullen veilig opgeborgen hebben met de intentie ze aan de eigenaren terug te geven. Mijn grootouders hadden niets op met de bezetter, in tegendeel, maar de wetenschap dat de vorige bewoners van hun huis een wel heel akelig lot beschoren was, is toch gewoon naar.
Hildegard van der Wijk-Silberbach en Siegfried van der Wijk
Het is hoog tijd om kennis te maken met de buren die geen buren waren. Zoals gezegd, ik vond hen meteen: Hildegard van der Wijk-Silberbach werd op 17 augustus 1912 geboren in het Duitse Schötmar. In 1938 vluchtte zij naar Den Haag en trouwde daar met Siegfried van der Wijk, geboren op 4 maart 1906 te Emden en sinds 1933 woonachtig in Amsterdam.
Van februari 1941 tot mei 1942 woonde Hildegard met man, haar ouders (die een jaar later gevlucht waren), zijn vader en zijn zus Fridel aan de Eekhoornstraat 8 in Hilversum. Siegfried had nog een tweede zus, Hanna, die in 1934 naar Den Haag kwam, en een broer, Nathan, die in 1938 naar Amerika verhuisde.
Siegried van der Wijk was een zoon van de Emdense slager Simon Meyer van der Wijk en de in 1939 overleden Sophie Brumsack. Simon overleed op 15 mei 1942 in Amsterdam. Hildegards ouders, veehouder Salomon Silberbach en Rosa Silberbach-Anspacher werden op 16 april 1943 in Sobibor vermoord.
Het spoor van Hildegard en Siegfried brengt ons in mei 1942 naar de Geldersche Kade 63, waar ze met z’n tweetjes woonden. Siegfried was in Amsterdam werkzaam als de eigenaar van jusfabriek Eybru aan de Houtmarkt. Kinderen had het stel (nog?) niet.
Tijdens de razzia van 26 mei 1943 Hildegard en Siegfried uit hun huis aan de Geldersche Kade gerukt en naar Westerbork gebracht. Daar zijn ze op 1 juni 1943 op transport gezet naar Sobibor, waar ze direct na aankomst op 4 juni 1943 vermoord zijn.
Het dwaalspoor van de Müllers
Maar we zijn er nog niet, want er waren ook nog Müllers op nr. 63. Na enig doorvragen bij de oma bleek dat mevrouw Müller alleen woonde, en aangezien ik toen al had vastgesteld dat geen van de honderden Müllers die ik in de Joodse bronnen en het stadsarchief gevonden had een buur van mijn oma was, kon ik ook vertellen waarom. Johan Hendrik Müller was namelijk niet Joods, en was in 1943, vrijwillig of onvrijwillig, naar het oosten vertrokken voor de Arbeitseinsatz.
Razzia van 26 mei 1943
In de vroege morgen van 26 mei 1943 vond er in Amsterdam een razzia plaats waarbij ongeveer 3.000 Joden uit Amsterdam-Centrum opgepakt zijn en zijn gedeporteerd. De meesten van hen werden op 1 juni 1943 op transport naar Sobibor gezet en waren een paar dagen later al niet meer in leven. Apotheker Herman Johan Wijnne en zijn vrouw Mieke Rouma woonden in de oorlogsjaren met hun kinderen boven de apotheek op de Geldersekade 75 in Amsterdam. Vanuit hun woning maakte hij op die bewuste ochtend met verborgen camera een foto van de razzia aan de overkant van de Geldersche Kade.
Herinneringen aan de Van der Wijks
Aan de Eekhoornstraat 8 in Hilversum liggen vijf Stolpersteine ter herinnering aan de familie Van der Wijk-Silberbach. Voor Hildegard ligt tevens een steen aan de Begastraße 22, Schötzmar, aan Siegfried herinnert een steentje aan de Mühlenstraße 20/21 in Emden. Aangezien de familie natuurlijk niet geheel vrijwillig naar Nederland is gevlucht, zou ik willen stellen dat de Begastraße in Schötzmar en de Mühlenstraße 20/21 hun laatste vrijwillige adressen waren.
Mijn eigen duik in de geschiedenis heeft zowaar ook gezorgd voor een kleine herinnering buiten mijn eigen website: ik heb contact opgenomen met Joods Amsterdam en Siegfried en Hildegard van der Wijk zijn nu, sinds 25 januari, opgenomen op de pagina over de Joodse bewoners van de Geldersche Kade.
Het lot van de talles
Mijn grootouders hebben de talles en de mantel de hele oorlog, en nog lange tijd daarna, bewaard in de hoop dat de bezitters ze nog zouden komen ophalen. Toen dit niet gebeurde, hebben ze, met zwaar gemoed, beide uiteindelijk hergebruikt. Ook zij stonden in de jaren direct na de oorlog voor moeilijke beslissingen. Het verhaal over de buren die we eigenlijk helemaal niet kenden, is altijd met enige regelmaat boven komen drijven in de verhalen van oma.
Bronnen
- Joods Monument, Geldersche Kade 63, lemmata over Siegfried, Hildegard, hun ouders en zus Fridel;
- Kamp Westerbork, kaarten over Siegfried van der Wijk bij het Rode Kruis en de Joodse Raad;
- Stolperstein voor Hildegard in Bad Salzuflen;
- Stolperstein voor Siegfried in Emden;
- Stadsarchief Amsterdam, indexen;
- Arolsen Archives, kaart van Siegfried van der Wijk bij de Joodse Raad;
- Oorlogsbronnen, tijdlijn van het leven van Siegfried van der Wijk en van Johan Hendrik (Johannes Henricus) Müller;
- De podcast Weggegumd is een mooi verslag van de zoektocht naar Ilse Wagner, vriendinnetje van Anne Frank;
- In de podcast Het verraad van de Jordaan ontdekt Stephanie Biesheuvel dat een deel van haar familie in de oorlog bij de NSB zat. Ze schreef er ook een prachtig boek over: Het verraad van de Jordaan.
Afbeeldingen:
- Huwelijksaankondiging: Nieuw Israelitisch Weekblad, 28 januari 1938
- Kaart Joodse Raad: Siegfried van der Wijk, kaart bij de Joodse Raad, Arolsen Archive, 130399809
Heb je aanvullingen op het leven van Hildegard en Siegfried of misschien zelfs foto’s? Of heb je zelf een mooi verhaal? Neem gerust contact op via de contactpagina.